donderdag 6 februari 2014

Verslag Stromingsboek (2): de donkere kamer van Damokles

Algemene informatie
a.    geef de standaardtitelbeschrijving:
- Willem Frederik Hermans, De Donkere Kamer van Damokles
- Amsterdam, 1958 , 49e druk 2012
- 326
b.    psychologische oorlogsroman
c.    Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd
voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.
Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een
hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een
heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen.
Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.
Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar.
Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.
Specifieke opdracht: verwerkingsvragen
a.  De donkere kamer van Damokles lijkt kenmerken te hebben van de twee volgende stromingen:
Existentialisme
                Toeval is belangrijk
                Zinloosheid van het leven komt naar voren
                Absurdisme
Ontluisterend Proza
                Anti-held
Beide stromingen hebben meer kenmerken, maar specifiek deze kenmerken passen ook bij de donkere kamer van Damokles.

b. 
Toeval is belangrijk
In de donkere kamer van Damokles is toeval zeker belangrijk. Een hoop toevallige gebeurtenissen leiden ertoe dat Osewoudt uiteindelijk wordt gezien als een Gestapoagent.  (Hij die in verpleegsterskleding wordt versierd door een willekeurige dronken Duitser, wordt later gezien als een door de Gestapo opgezette ontsnappingsmissie). 
Zinloosheid van het leven
De zinloosheid van het leven komt in de donkere kamer van damokles ook zeker naar voren. Er wordt beschreven hoe het leven van Osewoudt nutteloos was voordat hij Dorbeck ontmoette en hoe hij altijd de makkelijkste weg kiest. Later blijkt ook nog eens dat Osewoudt (een deel van) zijn interacties met Dorbeck geheel zelf heeft bedacht. Daarnaast worden ook nog eens al zijn verzetsdaden gezien en omgewrongen tot Gestapoacties om het verzet te verzwakken. Iedereen die hij kent is op dat moment dood of onbereikbaar (zijn Joodse vriendin). Dan wordt hij doodgeschoten en was zijn leven vrijwel zinloos.
Absurdisme
Absurdisme zit ook in de donkere kamer van Damokles, letterlijk alles wat Osewoudt doet gaat mis of niet zoals gepland. Ook de hele aanleiding van het verhaal is zo toevallig dat het absurd is: Osewoudt wordt aangesproken door een soldaat, die in het verzet zit en er bovendien precies hetzelfde uitziet als Osewoudt, omdat hij langskwam en foto’s moest laten ontwikkelen.
Anti-Held
Osewoudt is duidelijk een anti-held, als het aan hem zou liggen zou hij altijd het makkelijkste doen, hij ziet er uit als een vrouw, alles wat hij doet gaat fout en hij kan niet bewijzen dat hij goede bedoelingen had, omdat iedereen die met hem omging tijdens de oorlog dood gaat. Het boek begint ook met een anekdote over een anti-held, die op een vlot drijvend in zee, het water vervloekt omdat het zout is en hij dorst heeft, maar wanneer de bliksem inslaat op zijn vlot is hij het heel dankbaar is. Hij blust de brand en vervloekt daarna weer het water omdat hij het nog steeds niet kan drinken.  

   
c.
   Het boek past niet geheel binnen een van beide stromingen omdat er ook kenmerken zijn waar het boek niet aan voldoet, zo is een van de kenmerken van existentialisme dat het een ethische oorsprong heeft. In het boek is ethiek niet zo belangrijk. Ook is het boek niet echt ontluisterend proza, omdat het bij ontluisterend proza ook gaat om de rauwe werkelijkheid en de onmenselijkheid, wat niet zo heel veel terug komt in het boek, juist door het absurdisme wat wel voorkomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten