woensdag 3 april 2013

Verwerkings opdracht


Mijn wonderbaarlijke reis begon toen ik uit de beschaafde wereld werd verbannen. Het begon allemaal toen ik het laatste koekje opat, bij het diner met alle belangrijke mensen. Ik zelf ben, of laat ik zeggen, was ook een belangrijk persoon. Het probleem is dat kennelijk, hoe had ik het ooit kunnen weten?, het laatste koekje bedoeld was voor een of andere vrouwelijke tiran, die op het moment bezig was Afrika onder zijn bewind te krijgen. Nu ja, het echte probleem was, dat die tiran uit de wegruimen een truc was van de wereldleiders, om vrede te krijgen.  Eigenlijk was het  echte probleem dat dat koekje dus vergiftigd was, wat ook niet hielp was dat het een vergif was dat alleen werkt bij vrouwen (zoals de tiran). Toen ik dus het laatste koekje at en een opmerking maakte omtrent  ‘ nou nou, deze is even bitter als de economie in Frankrijk, als je begrijpt wat ik bedoel’ , staarden 122 andere belangrijke mensen me aan alsof ik net Wereld Oorlog 3 ben begonnen en  4 Miljard mensen de dood in had gejaagd. Op mijn vlucht weg, hoorde ik al dat de geruchten zich verspreidden.  Omdat niemand tegenwoordig de media meer vertrouwt, waren die geruchten de waarheid voor de mensen. Toen ik op een gegeven moment bij een dropje kwam met de naam Koekweg, op zich best ironisch. Kwam ik bij een bakker, die zich specialiseerde in koekjes, waar een paar mensen een intensief gesprek hadden over hoe iemand had geprobeerd 122 belangrijke mensen te executeren met een koekje in de vorm van een zwaard. Ik wilde met net uit de voeten maken toen ik in een gat viel wat plotseling onder mijn voeten opende. Ik viel naar beneden en zag een paar schaduwachtige figuren het gat snel en efficiĆ«nt weer dicht maken. Het eerste wat me opviel was dat het niet donker was onder de grond, maar licht. Kennelijk was het dak van de enorme grot, want groot was hij, misschien wel even groot als Rusland bij Rusland bij Rusland,  al moet ik toegeven dat ik geen belangrijk persoon ben geworden om mijn wiskundige/natuurkundige vaardigheden. Het tweede dat me opviel is dat het hier beneden rook naar koffie, wat ik op zich raar vond, maar toen zag ik dat ik geland was tussen tafels met senseo apparaten die op volle toeren bezig waren met een zwembad te vullen met koffie. Het laatste dat mij in deze momenten van overdondering opviel was een stad. Nou, eigenlijk een Stad, met hoofdletter S.  Naderhand kan ik zeggen dat de stad even  groot was als ongeveer heel Nederland.  Eigenlijk wilde ik wat koffie drinken, maar bedenkend hoe goed K-woorden in mijn leven voor me zijn geweest besloot ik het niet te doen. Achteraf een slim idee, omdat je natuurlijk niet kan zien wat voor troep er in een koffiezwembad zit. Toen ik naar de stad liep waren er een paar wonderbaarlijke dingen die mij tot in het diepst van mijn hart verblijden.  Ten eerste sprak iedereen me aan, iedereen wees me op leegstaande huizen, ze konden kennelijk ruiken dat ik nieuw was of zo. Daarnaast bleek dat toen ik iemand vroeg naar de ‘baas’ om even te vragen waarom ik hier was en om informatie te hebben, dat ze geen baas hebben of willen. De manier waarop ik hier achter kwam zelf was minder geslaagd omdat ik in elkaar werd getimmerd door vijftien man, maar herstellende in het ziekenhuis besloot ik dat het een goed idee is om geen regering te hebben en mensen gewoon wat laten doen.  Deze stelling en de rest van mijn verhaal kun je lezen in de volgende deel van de serie.