dinsdag 15 januari 2013

De aanslag Harry Mulisch: Lectuur of Literatuur

Harry Mulisch, De Aanslag
Amsterdam, 1982

204
Oorlogsroman

Samenvatting  (van scholieren.com)

Eerste episode: 1945                                                                                                    Het is januari 1945. In Haarlem zit het gezin Steenwijk (moeder, vader, Anton en Peter) in de eetkamer van hun villa. De jongens maken ruzie, het is koud en er wordt besloten tot een spelletje mens-erger-je-niet voor het slapengaan. De rust wordt echter ruw verstoord door harde knallen op straat en vol ontzetting ziet het gezin hoe de NSB’er Fake Ploeg wordt doodgeschoten en door de buren Korteweg voor huize Steenwijk wordt gelegd.
Peter wil naar buiten om het lichaam weg te halen, maar wordt tegengehouden door de ouders. Het duurt niet lang voor de Duitsers aankomen en Anton en zijn ouders meenemen. Peter is erin geslaagd te vluchten. Anton wordt in een auto opgesloten, ziet zijn ouders verdwijnen en de Duitsers het huis bombarderen.
Hij wordt naar het politiebureau gebracht en moet in een cel slapen, waar hij een aardige vrouw ontmoet die hem gerust stelt. Een uur later wordt Anton uit zijn cel gehaald en per motorfiets naar de plaatselijke bevelhebber gebracht. Deze weet niet waar zijn ouders zijn, maar als Anton vertelt over zijn oom en tante in Amsterdam, wordt besloten dat hij daarheen gaat. De vrachtwagen die hem wegbrengt, wordt onderweg getroffen door een luchtaanval, maar Anton komt toch veilig in Amsterdam aan.

Tweede episode: 1952                                                                                                 Na de bevrijding, horen Anton en zijn oom en tante dat zijn ouders en broer Peter op de avond van de aanslag gedood zijn. Anton blijft bij zijn oom en tante wonen en gaat medicijnen studeren. Op twintigjarige leeftijd, in 1952, keert hij terug naar Haarlem – op uitnodiging van een studiegenoot.
Het feest wordt gehouden in de buurt van zijn oude straat, en als er foute grappen worden gemaakt over de Korea-oorlog in vergelijking met WO II, verlaat Anton het feest. Hij komt weer in zijn oude straat en wordt gezien en binnengevraagd door zijn oude buurvrouw Beurner, wier man dement is geworden.
Ze vertelt Anton dat zijn ouders werden vermoord omdat ze de Duitsers aanvielen, dat de buren Korteweg zijn verhuisd en dat er op de plek waar eerst Antons huis stond, een monument is opgericht voor oorlogsslachtoffers. Als Anton erheen gaat, ziet hij dat de namen van zijn ouders er wel op staan, maar die van Peter niet. Thuis vraagt hij zijn oom en tante waarom ze hem nooit verteld hebben over het monument. Ze zeggen dat ze dat wel hebben gedaan maar dat hij er niet heen wilde.

Derde episode: 1956                                                                                                Tijdens zijn studie gaat Anton op kamers wonen, een eindje bij zijn oom en tante vandaan. Hij specialiseert zich in de anesthesie. Ondertussen neemt het communisme wereldwijd toe en ook in Nederland breken relletjes uit. Anton houdt zich er verre van, maar op een avond is hij getuige van een geweldpleging door politie en tot zijn grote verbazing bevindt Fake Ploeg junior zich in de menigte – de zoon van de vermoorde NSB’er, zoveel jaren geleden.
Anton vraagt hem binnen en ze praten over hun veranderde levens. Fake, die destijds bij Anton in de klas zat op het lyceum en gepest werd met zijn vader, werkt nu in een huishoudzaak en is ervan overtuigd dat de communisten de oorlog veroorzaakten. Na de dood van zijn vader raakten zijn moeder en hij aan de bedelstaf. Hij weigert te geloven dat zijn vader een slecht mens was. Uit frustratie, woede en verdriet gooit Fake een steen door de kamer en vertrekt, maar komt even later terug en bedankt Anton omdat hij het op school altijd voor Fake opnam.

Vierde episode: 1966                                                                                               Jaren gaan voorbij. Anton wordt arts-assistent en trouwt met Saskia de Graaff, met wie hij een dochtertje krijgt, Sandra – zijn oom is dan al overleden. Saskia’s vader, meneer De Graaff, heeft in de oorlog gediend als verzetsstrijder. Als een goede vriend van hem overlijdt, breekt er in een café na de begrafenis een discussie los over de ware redders van de oorlog: de Amerikanen of de Russen.
Tot zijn verbazing ontmoet Anton hier een zekere Cor Takes, de moordenaar van Fake Ploeg. Buiten praten zij met elkaar, en Cor vertelt dat hij Fake doodde omdat het moest, ongeacht de gevolgen. Anton komt erachter dat de vrouw met wie hij die nacht in de cel zat, de vriendin van Cor was die ook meedeed aan de moord – Truus Coster, die ook vermoord werd door de Duitsers. Er blijft één brandende vraag over: waarom werd het lichaam van Ploeg door de buren Korteweg voor Antons huis neergelegd?
Anton gaat met Sandra en Saskia naar het strand, waar hij ligt te denken over Truus. Thuis gebeurt ditzelfde, en bij het zien van een foto van Saskia beseft Anton dat hij zich Saskia en Truus hetzelfde voorstelt. De volgende dag gaat Anton weer naar Takes toe.
Er is dan veel media-aandacht voor de vrijlating van een oud-officier van de SS, die veel mensen vermoord heeft. Ook Takes en Anton zijn hierdoor van streek. In het souterrain van Takes’ appartementgebouw praten ze over Truus, die Fake de laatste twee schoten gaf en door hem zelf neergeschoten werd. Op een foto van haar ziet Anton dat ze op Saskia lijkt. Takes heeft nog steeds haar pistool.

Laatste episode: 1981                                                                                                    De tijd verstrijkt en Anton wordt ouder. Hij scheidt van Saskia en hertrouwt met Liesbeth, met wie hij een zoon krijgt: Peter. Hij brengt zijn vakanties door in Toscane en krijgt af en toe last van paniekaanvallen als hij ineens een flashback heeft van 1945. Als zijn dochter Sandra zestien is, neemt hij haar mee naar zijn oude straat.
Ze mogen binnen in het huis dat nu op de plek van Antons ouderlijk huis staat en ineens ziet Anton op het monument ook de naam Takes, waarmee waarschijnlijk Takes’ broertje bedoeld wordt. Samen met Sandra bezoekt Anton Truus’ graf.
In 1981 zijn er demonstraties tegen atoomenergie waar Anton zich niets van aantrekt, maar hij wordt gedwongen mee te doen als hij last krijgt van kiespijn en zijn tandarts alleen wil helpen als hij mee gaat demonstreren. Op die demonstratie treft Anton niet alleen zijn inmiddels negentienjarige zwangere dochter Sandra en haar niet zo fatsoenlijke vriend, maar tot zijn verbazing ook zijn oude buurvrouw Karin Korteweg, degene die samen met haar vader het lijk van Fake Ploeg bij Anton voor de deur sleepte.
Karin vertelt dat Peter die nacht bij hen naar binnen glipte, hen onder schot hield en even later doodgeschoten werd door een Duitser. Ook komt Anton erachter dat het lichaam van Ploeg bij hen op de stoep belandde omdat meneer Korteweg zijn geliefde hagedissenverzameling niet wilde opgeven.
Nadat Karin en haar vader zagen hoe Anton en zijn familie beschuldigd werden – na verhoor werden zijzelf vrijgelaten – kreeg haar vader een gigantisch schuldgevoel en vermoordde hij zijn hagedissen. Na de oorlog verhuisden ze, maar Karins vader pleegde in 1948 zelfmoord, uit angst dat Anton zich op hem zou komen wreken.
Tot slot vraagt Anton aan Karin waarom ze Fake juist voor zijn huis neerlegden en niet bij het bejaarde echtpaar Aarts. Karin antwoordt dat haar vader dat niet wilde omdat het echtpaar Aarts joden in huis had. Na deze ontdekking loopt Anton weg bij Karin en vervolgt samen met zijn zoon Peter de demonstratiestoet.



Ik kies deze opdracht omdat ik zelf het begrip literatuur niet geheel begrijp. Ik weet dat dit boek, de aanslag, literair is en hoop dus uit te vinden hoe dit boek literair is. 

Ik vond dat van de lijst met literaire kenmerken, de volgende punten golden voor de aanslag:

-  kritisch t.o.v heersende moraal/afwijkend van heersende moraal
in dit boek wordt een personage neergezet die dingen heeft meegemaakt, die (bijna) niemand die het boek leest heeft meegemaakt, dit is een manier waarop zijn/haar standpunt kan afwijken van die van anderen, dit is ook zeer zeker het geval bij Anton (de hoofdpersoon), ik zou hebben verwacht dat hij graag zou willen weten waarom en hoe alles was gebeurd die ene avond, maar dat is niet zo, de enige reden waarom hij nog te weten krijgt wat er gebeurd is, is door 'toeval' . Ik zet dit in aanhalingstekens, omdat toeval eigenlijk niet bestaat in boeken, de schrijver heeft er altijd een reden voor. Maar als je echt een extreem voorbeeld wil noemen heb je de verzetsstrijder Takes, zijn wil om alles te doen voor wat hij goed vindt, gaat voor, althans dat denk ik, veel mensen veel te ver.




-  nadruk op beschrijvingen, sfeer, gedachten
Eigenlijk vindt ik het nogal tegen vallen dat dit een kenmerk is van literatuur, ik vindt het jammer hoe er eigenlijk het halve boek niets gebeurd. Ik kan me ook moeilijk voorstellen dat mensen liever een half boek beschrijvingen lezen. Je moet je deels zelf kunnen inbeelden, de schrijver moet je zo veel vertellen dat je nog je eigen ingeving er aan kan geven, zonder dat de belangrijke punten niet duidelijk worden. Eerlijk gezegd lijkt me dat ook veel moeilijker, al is het schrijven van beschrijvingen die mensen niet vervelen ook redelijk moeilijk, lijkt me. Het punt wat ik wil maken is, dat al zou ik een boek schrijven, het nooit literatuur zou kunnen worden omdat ik een 'volle' verhaallijn zou hebben. Het lijkt me nogal demotiverend te weten als schrijver, dat je boek nooit literatuur zal zijn. Wat mijzelf het beste voorbeeld leek, waarom de aanslag literatuur is, zijn alle verwijzingen naar dingen, die je mogelijk wel, mogelijk niet weet, van buiten het boek. De moeilijke stukken in de vergelijkingen en beschrijvingen die je alleen goed begrijpt al heb je kennis over desbetreffend voorwerp. Eigenlijk vind ik deze ontdekking ook jammer, omdat in mijn favoriete type boek dit niet goed mogelijk is: in fantasy gaat het over een andere wereld, je kan niet zomaar naar kennis over deze wereld verwijzen in zo een boek. Hierdoor denk ik eigenlijk dat literatuur niet zozeer is hoe goed een schrijver een verhaal kan vertellen, maar hoe moeilijk mogelijk. Zoveel mogelijk diepgang, zo min mogelijk makkelijk te volgen stukjes.



-  tijdlagen
De aanslag heeft een bijzondere vorm van tijdlagen: het boek is in chronologische volgorde, wat een kenmerk is voor lectuur. Toch denk ik dat, omdat het boek voor een groot deel een zoektocht naar het verleden is, er een zekere tijdsdiepte in zit. Ook zitten er hier en daar flashbacks in het boek, zoals wanneer Anton samen met zijn dochter naar Haarlem terug gaat.



Extra redenen: een ander kenmerk van literatuur denk ik, is dat er dingen fout gaan, waarvan jij als lezer wilt dat dat niet zo gaat. Bijvoorbeeld wilde ik heel graag dat Anton aan Takes zou vertellen dat Truus eigenlijk van hem hield. Dit gebeurt niet in het boek. Takes sterft voordat Anton dit kan overbrengen. Of dat Anton scheid van Saskia, wat je eigenlijk ook liever niet hebt.



Conclusie: Ik ben het volledig eens met alle mensen die denken dat de aanslag literatuur is. Mijn mening over literatuur is wel veranderd, ik denk dat literaire boeken niet zozeer bedoeld zijn als leuk boek om te lezen, maar meer als test hoe goed je bent in het lezen, of om als schrijver te laten zien hoe goed je bent. Ik weet niet of ik, al schreef ik een boek, zou proberen het literatuur te maken.

Ik vond de aanslag geheel geen slecht boek, ik vond het redelijk goed te doen, maar ik vind het jammer hoe er zo weinig gebeurtenissen in beschreven worden. Bovendien baal ik, omdat ik denk dat dit stuk geheel verkeerd overkomt, maar ja.